CATECHISMUS
of onderwijzing in de Christelijke leer, die in de Nederlandse Gereformeerde
Kerken en Scholen geleerd wordt
Klik om de antwoorden op de vragen te
lezen, vooraan op het woord
vraag plus nummer
Index tot de vragen van de Heidelberger Catechismus
Zondag 1
Vraag 1 Wat is uw
enige troost, beide in leven en sterven?
Vraag 2 Hoeveel
stukken zijn u nodig te weten, opdat gij in dezen troost zaliglijk leven en
sterven moogt?
Zondag 2
Vraag 3 Waaruit
kent gij uw ellende?
Vraag 4 Wat eist de
wet Gods van ons?
Vraag 5 Kunt gij
dit alles volkomenlijk houden?
Zondag 3
Vraag 6 Heeft dan
God den mens alzo boos en verkeerd geschapen?
Vraag 7 Vanwaar
komt dan zulke verdorven aard des mensen?
Vraag 8 Maar zijn
wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd
tot alle kwaad?
Zondag 4
Vraag 9 Doet dan
God den mens niet onrecht, dat Hij in Zijn wet van hem eist wat hij niet doen
kan?
Vraag 10 Wil God
zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?
Vraag 11 Is dan
God ook niet barmhartig?
Zondag 5
Vraag 12 Aangezien
wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend
hebben, is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en
wederom tot genade komen?
Vraag 13 Maar
kunnen wij door onszelven betalen?
Vraag 14 Kan ook
ergens een bloot schepsel gevonden worden, dat voor ons betale?
Vraag 15 Wat
moeten wij dan voor een Middelaar en Verlosser zoeken?
Zondag 6
Vraag 16 Waarom
moet Hij een waarachtig en rechtvaardig mens zijn?
Vraag 17 Waarom
moet Hij tegelijk waarachtig God zijn?
Vraag 18 Maar wie
is deze Middelaar, Die tegelijk waarachtig God en een waarachtig rechtvaardig
mens is?
Vraag 19 Waaruit
weet gij dat?
Zondag 7
Vraag 20 Worden
dan alle mensen wederom door Christus zalig, gelijk zij door Adam zijn verdoemd
geworden?
Vraag 21 Wat is
een waar geloof?
Vraag 22 Wat is
dan een Christen nodig te geloven?
Vraag 23 Hoe
luiden die Artikelen?
Zondag 8
Vraag 24 Hoe
worden deze Artikelen gedeeld?
Vraag 25 Aangezien
er maar een enig Goddelijk Wezen is, waarom noemt gij den Vader, den Zoon en den
Heilige Geest?
Zondag 9
Vraag 26 Wat
gelooft gij met deze woorden: Ik geloof in God den Vader, den Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde?
Zondag 10
Vraag 27 Wat
verstaat gij door de voorzienigheids Gods?
Vraag 28 Waartoe
dient ons dat wij weten dat God alles geschapen heeft en nog door Zijn
voorzienigheid onderhoudt?
Zondag 11
Vraag 29 Waarom
wordt de Zone Gods Jezus, dat is Zaligmaker genoemd?
Vraag 30 Geloven
dan die ook aan de enigen Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de
heiligen, bij zichzelven, of ergens elders zoeken?
Zondag 12
Vraag 31 Waarom is
Hij Christus, dat is een Gezalfde, genaamd?
Vraag 32 Maar
waarom wordt gij een Christen genaamd?
Zondag 13
Vraag 33 Waarom is
Hij Gods eniggeboren Zoon genaamd, zo wij toch ook Gods kinderen zijn?
Vraag 34 Waarom
noemt gij Hem onzen Heere?
Zondag 14
Vraag 35 Wat is
dat gezegd: Die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria?
Vraag 36 Wat
nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?
Zondag 15
Vraag 37 Wat
verstaat gij door het woordeken: Geleden?
Vraag 38 Waarom
heeft Hij onder den rechter Pontius Pilatus geleden?
Vraag 39 Heeft dat
iets meer in, dat Hij gekruisigd is geweest, dan of Hij met een anderen dood
gestorven ware?
Zondag 16
Vraag 40 Waarom
heeft Christus Zich tot in den dood moeten vernederen?
Vraag 41 Waarom is
Hij begraven geworden?
Vraag 42 Zo dan
Christus voor ons gestorven is, hoe komt het dat wij ook moeten sterven?
Vraag 43 Wat
verkrijgen wij meer voor nuttigheid uit de offerande en den dood van Christus
aan het kruis?
Vraag 44 Waarom
volgt daar: Nedergedaald ter helle?
Zondag 17
Vraag 45 Wat nut
ons de opstanding van Christus?
Zondag 18
Vraag 46 Wat
verstaat gij daarmede: Opgevaren ten hemel?
Vraag 47 Is dan
Christus niet bij ons tot aan het einde der wereld, gelijk Hij ons beloofd
heeft?
Vraag 48 Maar zo
de mensheid niet overal is waar de Godheid is, worden dan de twee naturen in
Christus niet van elkander gescheiden?
Vraag 49 Wat nut
ons de hemelvaart van Christus?
Zondag 19
Vraag 50 Waarom
wordt daarbij gezet: Zittende ter rechterhand Gods?
Vraag 51 Wat
nuttigheid brengt ons deze heerlijkheid van ons Hoofd Christus?
Vraag 52 Wat
troost u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden?
Zondag 20
Vraag 53 Wat
gelooft gij van den Heiligen Geest?
Zondag 21
Vraag 54 Wat
gelooft gij van de heilige algemene Christelijke Kerk?
Vraag 55 Wat
verstaat gij door de gemeenschap der heiligen?
Vraag 56 Wat
gelooft gij van de vergeving der zonden?
Zondag 22
Vraag 57 Wat
troost geeft u de opstanding des vleses?
Vraag 58 Wat
troost schept gij uit het artikel van het eeuwige leven?
Zondag 23
Vraag 59 Maar wat
baat het u nu dat gij dit alles gelooft?
Vraag 60 Hoe zijt
gij rechtvaardig voor God?
Vraag 61 Waarom
zegt gij dat gij alleen door het geloof rechtvaardig zijt?
Zondag 24
Vraag 62 Maar
waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk
daarvan zijn?
Vraag 63 Hoe?
Verdienen onze goede werken niet, die God nochtans in dit en in het toekomende
leven wil belonen?
Vraag 64 Maar
maakt deze leer niet zorgeloze en goddeloze mensen?
Zondag 25
Vraag 65 Aangezien
dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, vanwaar
komt zulk geloof?
Vraag 66 Wat zijn
Sacramenten?
Vraag 67 Zijn dan
beide, het Woord en de Sacramenten, daarheen gericht of daartoe verordend, dat
zij ons geloof op de offerande van Jezus Christus aan het kruis, als op den
enigen grond onzer zaligheid wijzen?
Vraag 68 Hoeveel
Sacramenten heeft Christus in het nieuwe Verbond of Testament ingezet?
Zondag 26
Vraag 69 Hoe wordt
gij in den Heiligen Doop vermaand en verzekerd dat de enige offerande van
Christus, aan het kruis geschied, u ten goede komt?
Vraag 70 Wat is
dat, met het bloed en den Geest van Christus gewassen te zijn?
Vraag 71 Waar
heeft ons Christus toegezegd dat Hij ons zo zekerlijk met Zijn bloed en Geest
wassen wil, als wij met het doopwater gewassen worden?
Zondag 27
Vraag 72 Is dan
het uiterlijke waterbad de afwassing der zonden zelve?
Vraag 73 Waarom
noemt dan de Heilige Geest den Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing
der zonden?
Vraag 74 Zal men
ook de jonge kinderen dopen?
Zondag 28
Vraag 75 Hoe wordt
gij in het Heilig Avondmaal vermaand en verzekerd dat gij aan de enige offerande
van Christus, aan het kruis volbracht, en aan al Zijn goed gemeenschap hebt?
Vraag 76 Wat is
dat te zeggen, het gekruisigde lichaam van Christus eten en Zijn vergoten bloed
drinken?
Vraag 77 Waar
heeft Christus beloofd dat Hij de gelovigen zo zekerlijk alzo met Zijn lichaam
en bloed wil spijzen en laven, als zij van dit gebroken brood eten en van dezen
drinkbeker drinken?
Zondag 29
Vraag 78 Wordt dan
uit brood en wijn het wezenlijk lichaam lichaam en bloed van Christus?
Vraag 79 Waarom
noemt dan Christus het brood Zijn lichaam en den drinkbeker Zijn bloed, of het
Nieuwe Testament in Zijn bloed, en Paulus de gemeenschap des lichaams en bloeds
van Christus?
Zondag 30
Vraag 80 Wat
onderscheid is er tussen het Avondmaal des Heeren en de paapse mis?
Vraag 81 Voor wie
is het Avondmaal des Heeren ingesteld?
Vraag 82 Zal men
ook diegenen tot dit Avondmaal laten komen, die zich met hun belijdenis en hun
leven als ongelovige en goddeloze mensen aanstellen?
Zondag 31
Vraag 83 Wat zijn
de sleutelen des hemelrijks?
Vraag 84 Hoe wordt
het hemelrijk door de prediking des heiligen Evangelies ontsloten en
toegesloten?
Vraag 85 Hoe wordt
het hemelrijk toegesloten en ontsloten door den Christelijken ban?
Zondag 32
Vraag 86 Aangezien
wij uit ellendigheid, zonder enige verdienste onzerzijds, alleen uit genade door
Christus verlost zijn, waarom moeten wij dan nog goede werken doen?
Vraag 87 Kunnen
dan niet zalig worden, die in hun goddeloos ondankbaar leven voortvarende, zich
tot God niet bekeren?
Zondag 33
Vraag 88 In
hoeveel stukken bestaat de waarachtige bekering des mensen?
Vraag 89 Wat is de
afsterving des ouden mensen?
Vraag 90 Wat is de
opstanding des nieuwen mensen?
Vraag 91 Maar wat
zijn goede werken?
Zondag 34
Vraag 92 Hoe luidt
de wet des Heeren?
Vraag 93 Hoe
worden deze tien geboden gedeeld?
Vraag 94 Wat
gebiedt God ons in het eerste gebod?
Vraag 95 Wat is
afgoderij?
Zondag 35
Vraag 96 Wat eist
God in het tweede gebod?
Vraag 97 Mag men
dan ganselijk geen beelden maken?
Vraag 98 Maar zou
men de beelden in de kerken als boeken der leken niet mogen dulden?
Zondag 36
Vraag 99 Wat wil
het derde gebod?
Vraag 100 Is het
dan zo grote zonde, Gods Naam met zweren en vloeken te lasteren, dat God Zich
ook over diegenen vertoornt, die, zoveel als hun mogelijk is, het vloeken en
zweren niet helpen weren en verbieden?
Zondag 37
Vraag 101 Maar
mag men ook godzaliglijk bij den Naam Gods een eed zweren?
Vraag 102 Mag men
ook bij de heiligen, of bij enige andere schepselen een eed zweren?
Zondag 38
Vraag 103 Wat
gebiedt God in het vierde gebod?
Zondag 39
Vraag 104 Wat wil
God in het vijfde gebod?
Zondag 40
Vraag 105 Wat
eist God in het zesde gebod?
Vraag 106 Maar
dit gebod schijnt alleen van het doodslaan te spreken?
Vraag 107 Maar is
het genoeg, dat wij onzen naaste, zoals tevoren gezegd is, niet doden?
Zondag 41
Vraag 108 Wat
leert ons het zevende gebod?
Vraag 109
Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken en dergelijke
schandelijkheden?
Zondag 42
Vraag 110 Wat
verbiedt God in het achtste gebod?
Vraag 111 Maar
wat gebiedt u God in dit gebod?
Zondag 43
Vraag 112 Wat wil
het negende gebod?
Zondag 44
Vraag 113 Wat
eist van ons het tiende gebod?
Vraag 114 Maar
kunnen degenen die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomenlijk houden?
Vraag 115 Waarom
laat ons dan God alzo scherpelijk de tien geboden prediken, zo ze toch niemand
in dit leven houden kan?
Zondag 45
Vraag 116 Waarom
is het gebed den Christenen van node?
Vraag 117 Wat
behoort tot zulk een gebed, dat Gode aangenaam is en van Hem verhoord wordt?
Vraag 118 Wat
heeft ons God bevolen van Hem te bidden?
Vraag 119 Hoe
luidt dat gebed?
Zondag 46
Vraag 120 Waarom
heeft ons Christus geboden God alzo aan te spreken: Onze Vader?
Vraag 121 Waarom
wordt hierbij gevoegd: Die in de hemelen zijt?
Zondag 47
Vraag 122 Welke
is de eerste bede?
Zondag 48
Vraag 123 Welke
is de tweede bede?
Zondag 49
Vraag 124 Welke
is de derde bede?
Zondag 50
Vraag 125 Welke
is de vierde bede?
Zondag 51
Vraag 126 Welke
is de vijfde bede?
Zondag 52
Vraag 127 Welke
is de zesde bede?
Vraag 128 Hoe
besluit gij uw gebed?
Vraag 129 Wat
beduidt het woordeken: Amen?